Het is mode, tegenwoordig, om met al dan niet luid feestgedruis het einde van de staat aan te kondigen, meer bepaald: de natiestaat.
Die natiestaat zou dan namelijk onderuit worden gehaald door de zogeheten globalisering, waarbij het geld binnen de seconde van de ene kant van de aardbol naar de andere kant flitst en de hoofdkwartieren van grote internationale concerns zich onttrekken aan de regelgeving van staten door deze, onder meer, tegen elkaar uit te spelen bij het kiezen van investeringsplaatsen. Het heet dat natiestaten niets meer te vertellen hebben over hun eigen economie, maar dat wat zich economisch voordoet, beslist wordt in de hoofdkwartieren van de zogeheten multinationale ondernemingen.
Niet de multinationals ondermijnen, dunkt me, de macht van de nationale staat, maar wel zogeheten internationale organisaties, ten onzent op de eerste plaats Europa, dat macht usurpeert en zich opwerpt als een continentale stuurmachine, die veel en veel verder gaat dan aan de bevolking ooit werd gesuggereerd resp. gevraagd. Maar is hier niet sprake van een nieuwe staatsstructuur?5 Is Europa namelijk niet bezig zichzelf op te werpen als een nieuwe multinationaal imperium, zoals het rijk van Karel "de Grote" of iets van dien aard? Een nieuwe uitgave van de klassiek multinationale natiestaat, met nationaal hymne en vlag en al?
Het lijkt er dus steeds meer op dat onze wereld steeds minder behoefte heeft aan natiestaten van het klassieke soort, van welke aard dan ook, doch dat tegenover wereldwijde economische spelers ook wereldwijde regelgeving moet staan, aangevuld door "plaatselijke" volksstaten, waarin de concreet levende mens zijn ziel terugvindt, waar hij zich "thuis" kan voelen en steun en ruimte vindt voor die andere, zo diep-menselijke betekenissen die hem tot een concreet mens maken.
[lees verder...]
Jaak Peeters