De ‘moslima’s’ die beweren op eigen gelegenheid voor het dragen van die hoofddoek te kiezen, houden vol dat die ze die keuze in volle vrijheid maken. Er zijn maar weinig mensen die zulks geloven. Als men de kranten moet geloven – maar wie gelooft die mensen? – zou een en ander te maken hebben met druk binnen de zogeheten moslimgemeenschap. Er zou druk op de jongedames druk uitgeoefend worden en die zouden daarvoor door de knieën gaan.
Dat moge dan in sommige gevallen min of meer waar zijn: men vergeet een paar andere, essentiële waarheden.
Het lijkt namelijk moeilijk te betwisten dat deze jonge vrouwen zichzelf willen manifesteren, op dezelfde manier als jonge vrouwen dat overal en altijd willen doen. Net als jongemannen trouwens, die daarvoor weliswaar andere methoden gebruiken. De vraag die oprijst is waarom jonge moslimvrouwen in het sterk geseculariseerde West-Europa – ook op dit gebied bestaat er geen Europese Unie – zichzelf zo nodig op een andere manier willen manifesteren als hun niet-islamitische sexe- en leeftijdsgenoten. Waarom lopen jonge moslimvrouwen niet rond met spijkerbroeken die in de lenden veel te laag zijn waardoor sommigen zich moeten scheren, dunne bloesjes die hun vormen nauwelijks bedekken en een opzichtige haartooi? Als jonge mensen die op de drempel van het leven staan – zeventien, achttien jaar is toch de drempel van het leven, zou men denken – zich afzetten tegenover “de maatschappij”, dan doen ze dat op een opzichtige manier. Dat is al altijd zo geweest. Dat is onder deze jongeren niet anders. Waarom grijpen ze dan in hemelsnaam naar het hoofddoek, waarvan ze perfect weten dat precies dat hoofddoek een van de symbolen is van hun eigen achterstelling? Precies de achterstelling waartegen ze in opstand zouden moeten komen?
Naar te vrezen valt ligt de schuld van deze onbegrijpelijke keuze helemaal niet bij de druk vanuit de moslimwereld, waar precies daartegen zouden ze zich nu net met z’n allen en met succes kunnen verzetten. Ze zien toch ook wat er in het Afghanistan van de Taliban gebeurt? Men kan zich voorstellen dat ze, onder elkaar op de speelplaats van een Atheneum in Antwerpen waar ‘neutraal’ onderwijs wordt gegeven, voldoende steun bij elkaar vinden.
Kennelijk zetten deze jongeren zich af tegen de maatschappij zoals deze zich aan hen toont, en gebruiken ze daarbij die symbolen waarvan ze kunnen vermoeden dat deze symbolen die maatschappij tegen de borst zullen stoten. Anders werkt het protest niet.
Daaruit valt maar één conclusie te trekken: er is geen sprake van integratie en nog minder van assimilatie. Want als islamitische religieuze symbolen geschikt zijn om te dienen als katalysator van de het universele jongerenverzet tegen de maatschappij, wil dat zeggen dat die symbolen in hun leefwereld niet echt tot die vermaledijde maatschappij behoren. De Islam, zo blijkt dus, staat buiten de maatschappij. Meer zelfs: hij staat daar niet alleen buiten, hij staat er enigszins tegenover. Daardoor worden de islamitische symbolen bij uitstek geschikt als middel op de maatschappij, waartegenover men zijn eigen identiteit wil bevestigen, te prikken.
Welnu: hier toont zich het fatale failliet van de illusies van de multiculturele maatschappij.
Jarenlang heeft een bepaald links de wederzijdse verdraagzaamheid gepredikt en deze verdraagzaamheid vorm gegeven door de schepping van een multiculturele maatschappij. Daardoor heeft datzelfde links de segregatie, dat het in Zuid-Afrika met zoveel gemeend of voorgewend afgrijzen had bestreden, zélf alvast in aanleg ingevoerd.
Ook dat links wist verdomd goed dat een samenleving slechts kan bestaan, als ze gedragen wordt door een samenhangende, min of meer coherente publieke cultuur. Een samenleving die uit verschillende culturen bestaat, valt per definitie uit elkaar. Een multiculturele maatschappij is niet coherent – als de woorden tenminste nog enige betekenis hebben.
Dat uit elkaar vallen maken wij nu mee. Vele van de jonge vrouwen die thans naar het hoofddoek grijpen zijn zelf geporteerd voor een verregaande vorm van emancipatie. Dat nu net deze vrouwen naar een van de symbolen van hun eigen onderdrukking grijpen, zou voor een bepaald soort links een alarmbel moeten doen luiden. Links heeft de moslims in West-Europa (en hen niet alleen) de impliciete boodschap gegeven dat ze zich niet hoefden aan te passen. Dat ze het recht hadden op het behoud van hun eigen cultuur, hoewel links zeer goed wist dat dit een contradictie is. Ze hebben de conservatieve krachten binnen de islamgroepen de argumenten in handen gespeeld om elke integratie af te weren. En ze verschaffen jonge vrouwen nu een verkeerd middel om zichzelf in de ontplooiing van hun generatie te manifesteren.
Het hoofddoekendebat gaat niet over hoofddoeken. Het gaat over integratie – natuurlijk. Maar het gaat vooral over het failliet van de linkse, multiculturele maatschappij.
Jaak Peeters
Geen opmerkingen:
Een reactie posten