De regeringen van de staat België zijn schuldig. Schuldig zonder enige aanwezigheid van verzachtende omstandigheden. Zo schuldig als een regering maar zijn kan. Zij, en niemand anders, zijn ervoor verantwoordelijk dat dit nu al overbevolkte, cultureel en politiek labiele land in de halve wereld als een gemakkelijk immigratieland wordt beschouwd, waar je je slechts als sukkelaar hoeft voor te doen om meteen van een leven te kunnen genieten waar een bewoner van een gemiddeld ontwikkelingsland alleen maar van kan dromen.
Wat erger is: de Belgische immigratiewetten zijn zo bespottelijk laks, dat elke inspanning om immigranten ertoe te brengen enige inspanning te leveren om zich in de nieuwe gemeenschap te integreren op voorhand geen enkele kans maakt.
Het kan helemaal anders. Ik herinner me een koppel Antwerpenaars, man en vrouw—dat moet je er tegenwoordig aan toevoegen—, die besloten te emigreren naar Zweden. Ze hadden in dat enorme land een landhuisje gekocht, in de heuvels op zo’n 60 kilometer van de hoofdstad Stockholm. Twintig huizen telde het dorpje waar ze gingen wonen. Er was maar één straat en de huizen droegen geen nummer, want elke postbode wist precies welke familie in welk huis woonde. Ik herinner me eveneens nog heel levendig dat beide Antwerpenaren, man én vrouw, Zweeds spraken vooraleer ze uit Antwerpen vertrokken. Oh ja: niet echt vloeiend, maar ook mevrouw sprak voldoende Zweeds om met de buurvrouw in haar nieuwe vaderland een praatje te slaan. Ik heb het koppel nadien nog enkele keren terug gezien, als ze naar Antwerpen kwamen afgezakt om hun kinderen te bezoeken. Ze bleken al helemaal geïntegreerd in hun nieuwe omgeving: bij zowat alle buren waren ze al op de koffie geweest en het omgekeerde procédé waren ze volop aan het afwerken.
Niemand heeft die mensen ooit geholpen om te integreren, geen enkele ambtenaar of particulier. De officiële plichtplegingen in Zweden werden op een drafje afgehandeld. In het Zweeds, waarna de ambtenaar van de burgerlijke stand nieuwsgierig begon te vragen naar de culinaire geneugten van Antwerpen.
Het verschil met de toestanden in dat land dat zich nog recentelijk een gidsland wilde noemen, is immens. Je kunt hier zelfs niet door de straten van een kleine provinciestad lopen, zonder her en der Arabisch te horen. Of Turks, of Armeens, of, tegenwoordig: Swahili of Lingala. Ik heb het onlangs zelf beleefd: een jong, Noord-Afrikaans uitziend koppeltje, westers gekleed, gemanierd en fatsoenlijk en wel. Onder elkaar: Arabisch.
Wat een verschil met het Antwerpse koppel! Integratie moet je willen. En je wil integreren , omdat je respect hebt voor de gemeenschap waar je terecht komt. Omdat je het eerlijk meent met je nieuwe gemeenschap. En omdat je best weet, dat in de wereld de liefde niet van één kant kan blijven komen. Als de overheid een handje helpt om het integreren te vergemakkelijken, is dat mooi meegenomen. Natuurlijk is dat zo. Doch het voorbeeld van het Antwerpse koppel illustreert dat geen enkele overheidsmaatregel ooit bij machte kan zijn om de integratiewil van de betrokkenen zelf over te nemen.
Men vraagt zich af welke kleuterachtige intelligentie ooit bedacht heeft dat een betuttelende overheid deze menselijke plicht kan uitvoeren in de plaats van de betrokkenen zelf. Maar voor wie wat scherper toekijkt, wordt de zaak nog pijnlijker. De extreem-soepele immigratiewetgeving is er gekomen onder druk van de Franstalige minderheid in dit land. Dezelfde minderheid die het vertikt de Franstalige immigranten in Vlaanderen aan te sporen de taalwetten na te leven en zich in de gemeenschap van de Vlamingen te integreren. Integendeel: die Franstalige regeringspartijen verlenen steun aan diegenen die niet willen integreren, want ze eisen zelfs Vlaamse territoriale amputaties.
Uiteraard zal iemand die zo tewerk gaat er zeker niet toe komen aan kandidaat-immigranten op te leggen dat ze de taal moeten kennen vooraleer ze naar Vlaanderen resp. Wallonië komen. Daarmee zouden ze zichzelf immers hopeloos vastrijden in een onoplosbare tegenspraak.
Maar dan rijst vanzelfsprekend torenhoog de vraag naar de verantwoordelijkheid van de Vlaamse regeringspartijen. Zij zwegen, hoewel de simpele waarheden die hiervoor werden beschreven ook hen bekend waren. Hoe noemt men zoiets? Ha ja: schuldig verzuim.
Jaak Peeters
Geen opmerkingen:
Een reactie posten